De missie van Stalmeesters is duurzaam rendement voor de boer. Stalmeesters gaat in gesprek met diverse keten partijen over onder andere hun visie op duurzaam rendement.. Stalmeester is in gesprek gegaan met Jan van den Brink van Diervoederbedrijf De Heus. Een internationaal opererende onderneming met als kernactiviteit de productie en het vermarkten van hoogwaardige diervoeders. Wat is hun visie op dit thema en hoe denken zij een bijdrage te kunnen leveren. “Data verzamelen en omzetten naar goede informatie, de waarde zit hier en in het toepassen ervan.
“De Heus heeft zeker een visie met betrekking tot duurzaam rendement, waar staan we over over 5 of 10 jaar. Dit onderwerp geldt ook voor ons, aldus van den Brink. “Bij ons speelt de vraag over het gebruik van antibiotica, het toevoegen van additieven. Wij kijken verder ook naar procestechnologie. Kennis delen is daar een onderdeel van. We doen veel ervaring op binnen verschillende landen en delen dit met andere landen. Hiermee voorkomen we dat die ook niet steeds het wiel opnieuw hoeven uit te vinden”.
‘Wij zijn ook bezig met de optimalisatie op de bedrijven’
“Wij zien de integratie die steeds verder doorzet. Met integratie heb je de volledige keten in de hand. Van opfok bedrijven tot slachterijen tot het eindproduct. Vanuit De Heus hebben wij ook een aantal partners in de keten, maar onze focus blijft diervoeder produceren. Dat is ons hoofddoel en daar willen wij een topspeler in zijn”, aldus van den Brink.
Van den Brink ziet dat het steeds lastiger wordt om goede mensen te vinden. “De markt heeft een enorme groei doorgemaakt in Azië en Afrika, hierdoor ontstaan personeelsproblemen. Medewerkers beginnen steeds kritischer te worden op de omstandigheden waarin ze moeten werken”.
“Duurzaam rendement betekent voor ons het realiseren van optimalisatie op de bedrijven voor de klanten. Hoe kunnen we ze verder optimaliseren; bijvoorbeeld door middel van metingen, met als eerste doel de veehouder. Met hulp van Stalmeesters de klant weer verder te helpen”.
‘Om de bedrijven goed te kunnen instrueren is data voor ons van belang’
De ervaring van Van den Brink leert hem dat er vaak gegevens en data worden verzameld. “Maar hoe koppel je dit op een goede manier terug naar de klant? Dit wordt nog te weinig gedaan. Laat de klant ook terugzien hoe hij het doet ten opzichte van anderen. Zijn er nog verbeterpunten te vinden op basis van de gedeelde inzichten? Resultaat kunnen verbeteren voor een optimaal resultaat. Vaak zie je dat er met simpele ingrepen een beter resultaat kan worden behaald. Wat ik veel zie is dat er toch vaak kleine dingen mislopen, die klanten vaak niet in de gaten hebben. Water blijft een continu aandachtspunt, kloppen de opname’s, is de waterkwaliteit voldoende? Dieren drinken ongeveer 2 keer zoveel water als dat ze voer opnemen.
Een mooi voorbeeld hiervan: Een bedrijf had problemen met de voeropname. De vraag was of de dieren wel voldoende water kregen? Uiteindelijk bleek de aanvoercapaciteit van het watersysteem te laag te zijn, nadat dit verbeterd was ging de water en voeropname beiden omhoog. Het bleek inderdaad voorheen niet voldoende te zijn voor de dieren, waardoor uiteindelijk de voeropname ook niet voldoende was. Als dit beter gemeten was was hadden we dit waarschijnlijk eerder kunnen zien.
Stalmeesters wil de pluimveehouders helpen door een (online) plek te creëren waar iedere pluimveehouder zijn eigen data kan verzamelen en delen met wie hij wil. Samen de juiste praktijk-inzichten krijgen, die leiden tot relevante discussies. Tussen de boeren onderling en daar waar nodig met externe experts.
Wat zou voor de Heus belangrijke data zijn om de klanten verder te kunnen helpen?
Van den Brink: “Je kan nog zoveel data verzamelen maar als je dit niet kan omzetten naar waardevolle informatie, dan heb je hier niet veel aan. Hier zit nog een win-situatie. Er zijn veel bedrijven die hier al mee bezig zijn; data verzamelen. Wat je vaak terug krijgt is informatie vanuit het verleden. Het begint in 1e instantie met de juiste informatie vanuit de stal te verzamelen. Om deze informatie op de juiste manier te benutten is het belangrijk om dit te kunnen gebruiken voor de aanwezige dieren als richtlijn. Stalmeester is begonnen met fijnstof en hebben deze informatie gemeten. Dit is niet alleen waardevol voor de diergezondheid, maar ook voor de omgeving”.
Data verzamelen gebeurt steeds meer. Van den Brink snapt dat klanten dit lastig vinden. “Maar neem bijvoorbeeld Google, zij verzamelen ook al heel veel gegevens over ons zoals waar je bent en wat je zoekt op internet. Daar hoor je bijna niemand over. Zoals het voorbeeld van een kunstenaar die 100 mobieltjes in zijn winkelwagen had gelegd en over een brug ergens in een stad is gaan rijden. Op Google Maps verscheen direct een file op die locatie. Hij bracht in beeld hoeveel gegevens er al verzameld wordt door verschillende bedrijven. We ontkomen er niet meer aan”.
Wat we kunnen meten, moeten we meten?
“Ik weet niet of je zo ver moet gaan, maar je moet wel de juiste parameters gebruiken. Daar ligt volgens Van den Brink wel een uitdaging. Het gedrag van dieren meten; niet alleen de water- en voeropname. Interessant zijn juist de bewegingen in de stal, de geur in de stal en het stalklimaat.
Als ik een stal binnenkom, dan weet je vaak of het klopt in de stal. Dit merk en voel je direct vanuit een stuk ervaring. Het zou erg interessant zijn als je eventueel door middel van camera’s het visuele aspect kan overnemen in combinatie met geur en eventueel andere metingen. Als je genoeg in diversiteit aan waardevolle data verzameld vertaald naar de juiste algoritmes, dan kan je veel makkelijker voorspellingen doen met betrekking tot bijvoorbeeld resultaat. Door dit met elkaar te delen, kun je logische verbanden gaan zien”. Volgens Van den Brink gaat het om grote datastromen over een langere periode.
Wij willen met Stalmeesters de boeren voorzien van sensoren en hun een eigen dashboard geven zodat de boer direct inzicht heeft in de eigen praktijk gegevens die voor de boer relevant en waardevol zijn. Hierdoor kan de veehouder bepaalde signalen gaan herkennen, waardoor deze logische verbanden kan gaan leggen.
‘Doordat er steeds minder mensen in een stal aanwezig zijn, gaat er dus ook een hoop visuele informatie verloren’
Van den Brink beantwoord bevestigend, “Met jullie sensoren geven jullie de boeren inzage in hun eigen stal. De vragen die dit inzicht oproepen volgen dan vanzelf. Neem als voorbeeld: de CO2-uitstoot. Is deze uitstoot hoger? Waar ligt dit dan aan? Bij ziekte gaat de temperatuur van mensen omhoog. Dit is ook het geval bij kippen. Zou een temperatuursverhoging bij de kippen ook een verhoging kunnen betekenen van de CO2 uitstoot? Misschien kun je met een infraroodcamera’s de temperatuur van de kippen kunnen meten. Als de theorie klopt met jouw gegevens en de kippen een hogere temperatuur hebben, dus een versneld metabolisme wat in de data leidt tot een zichtbare hogere CO2 uitstoot. Dan kan je hier iets mee als pluimveehouder”.
“Ik heb vorige week een voorbeeld gehad van een varkensstal in Vietnam. Ik kreeg een klacht dat het niet goed ging met de varkens. Ze hadden mij gevraagd om mee te kijken in hun ventilatie systeem. Wat gebeurt er vervolgens? Ik vraag om foto’s van de schakelkast, waarbij ik constateer dat de alle ventilatoren op handmatig stonden ingeschakeld. Dan kun je automatiseren wat je wilt, maar door de handmatige stand wordt deze automatisering niet ingeschakeld. Dit zijn simpele voorbeelden, maar hier gaat het wel vaak fout”.
“Door continue te meten, creëer je natuurlijk ook een patroon op basis van dag- en nachtritme. En daarmee zie je eigenlijk ook al vrij snel als er sprake is is van een vreemd patroon. Is er sprake van een afwijkend patroon, dan moet er een lampje gaan branden bij de veehouder. Je kunt hierdoor in een eerder stadium reageren op het welzijn van de dieren. Je kan dan de metingen ook als backup gaan gebruiken”, aldus van den Brink.
De meeste dingen gaan in de basis niet goed, er is op korte termijn nog heel veel te doen geeft van den Brink aan. “Ventilatoren die uitgezet worden in de winter en in het voorjaar niet aan worden gezet. Dus zo eenvoudig moet je denk ik ook beginnen. Laten we eerst maar eens meten wat de temperatuur en vochtigheid is. Misschien een onderdrukmeter toevoegen. Uiteindelijk zijn er natuurlijk tal van metingen die je kan doen, tot aan bijvoorbeeld de groei van kuikens met het gebruik van 3D-camera’s om het groeitempo per kip vast te kunnen leggen”.
Stalmeesters biedt een platform voor de pluimveehouder
Stalmeesters biedt een platform waar de boeren communiceren en waar je alle data bij elkaar brengt. Dus voor ons gaat het veel meer over, wie zijn de spelers op het platform? Welke interactie kunnen we met elkaar aangaan? Welke relaties kunnen ze met elkaar aangaan? En hoe kunnen we binnen die relaties een meerwaarde laten ontstaan doordat men dingen met elkaar deelt, samen gaat testen etcetera?
Dus het moet ook gedaan worden door de spelers op het platform. Wij zijn niet de regisseur van alles wat er moet gebeuren op. Wil je deelnemen om samen sterker te worden?
Dat moet vanuit de interactie en relaties gaan ontstaan. Je komt op het platform als een speler in een bepaalde rol. Dat betekent ook dat je misschien wel twee of drie verschillende rollen kunt spelen op het platform. En zo ga je weer nieuwe relaties aan en ga je waarde creëren met elkaar. En om ons is het, om daar de juiste kennis en alle interessante waarden van innovatie uit te halen.
Wilt u weten waar Stalmeesters zich voor inzet? Lees hier verder